Fraxinus excelsior – gewone es

Familie : Oleaceae
Geslacht : Fraxinus

Vegetatief : groengrijze twijgen en takken met lenticellen en kenmerkende dikke,
zwarte tegenoverstaande, mijtervormige knoppen, twijgen dikwijls afgeplat
Generatief : platte, lancetvormige, enkelvoudige, gevleugelde, nootjes (3 tot 4
cm) in pluimen, die s’ winters nog in de boom hangen
Silhouet : als vrijstaande boom, een open, regelmatig opgebouwde, breed ovale
kroon, later met een overhangende, uitzakkende vertakking, doch de twijgen groeien weer omhoog ( als de armen van een kroonluchter); ook als hakhout, onderbeplanting, bosplantsoen

Van Fraxinus excelcior

Beschrijving
Afmeting: Tot 40 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: April en mei.
Wortels: Een hartwortelstelsel.
Stam: Een rechte stam. De oorspronkelijke groeitop blijft de top van de stam. De schors is tamelijk glad, dun en wat gelig. Bij ouderdom ontstaan kloven.
Takken: Een open kroon. De jonge takken zijn vrij dik. De knopschubben zijn zwart.
Bladeren: De geveerde bladeren staan tegenover elkaar. Ze bestaan uit 7 tot 13 eironde tot langwerpige, toegespitste, getande deelblaadjes. Alleen aan de onderkant zijn ze langs de middennerf behaard.
Bloemen: De bloeiwijze is pluimvormig (gedrongen bij mannelijke bloemen en los bij tweeslachtige of vrouwelijke bloemen). De bloemen groeien in de oksels van afgevallen bladeren, vooral aan de top van de takken. Het is een naaktbloeier (er is dus geen kelk en kroon). De meeldraden zijn donker paarsbruin, maar worden later groenachtig. De bloemen staan in groepjes en verschijnen al voor de bladeren.
Vruchten: De langwerpige nootjes zijn plat-eivormig en gevleugeld.

Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op natte tot matig vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkhoudende grond (klei, mergel, zand, leem, kleihoudend laagveen, zavel en löss).
Groeiplaatsen: Loofbossen en struikgewas.

Verspreiding
Wereld: In West-, Midden- en Oost-Europa, vanaf Noord-Spanje en de Balkan tot in Zuid-Scandinavië. Ook in de Kaukasus en in aangrenzende berggebieden.

Nederland: Algemeen.
België: Algemeen, maar zeldzaam in de Hoge Ardennen.

Wetenswaardigheden
Het hout van de Es is lichtgekleurd, taai en sterk. Vanwege deze elasticiteit wordt het gebruikt voor liggers van gymnastiektoestellen en voor stelen van bijlen en spades. Ook wordt het vanwege de vlamtekening gebruikt voor meubels, vloeren en trappen. De duurzaamheid van essenhout bij buitengebruik is echter vrij laag. Vroeger was de Es bij de Scandinaviërs een heilige boom. De Es was het symbool van de levenskracht. In de Noorse mythologie sneed Odin, de oppergod, de eerste mens uit een stuk essenhout. Yggdrasil, de boom der wereld, was een reusachtige Es, waarvan de wortels tot in de diepste diepten van de hel groeiden en de kroon tot in het hoogste van de hemel reikte, terwijl de stam beide verenigde. Een ziek kind, dat men door de spleet in een gescheurde Es liet gaan, zou genezen en brandende blokken essenhout verdreven kwade geesten uit een vertrek.