Pinus sylvestris – grove den

Familie : Pinaceae
Geslacht : Pinus

Van Pinus sylvestris

Beschrijving
Afmeting: Tot 40 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Mei en juni.
Wortels: Een pen- of hartwortelstelsel, die soms tot meters diep gaat.
Stam: In bossen hebben de bomen een hoge rechte stam, vrijstaande bomen zijn vaak grillig gevormd. De afschilferende schors is roodbruin, maar onderaan donkerbruin.
Takken: Takken met knoppen zonder hars. De schubben zijn aan de top teruggebogen.
Bladeren: De wintergroene naalden groeien in paren en zijn 3 tot 7 cm lang. De naalden zitten eerst in een omhulling van vliezige schubben. Ze zijn halfrond, van onderen grijsgroen, van boven donkergroen, gestreept en aan de top toegespitst.
Bloemen: Aan de top van de jongste takken groeien 1 of enkele rozerode vrouwelijke kegels, aan de voet van dezelfde of andere jonge takken staan veel geelbruine mannelijke kegels dicht bij elkaar.
Vruchten: De rijpe, houtige kegels houtig worden tot 7 cm en hebben een korte steel.

Biotoop
Bodem: Zonnige plaatsen op droge tot natte, voedselarme, zure grond (zand en hoogveen).
Groeiplaatsen: Heide, zandverstuivingen, hoogvenen, dennenbossen, soms in de duinen.

Verspreiding
Wereld: Europa, Klein-Azië en een groot deel van Siberië. Van nature ontbreekt de boom vrijwel in het West-Europese kustgebied, afgezien van Schotland.

Nederland: Algemeen in het oosten en midden van het land. Elders zeldzamer.
België: Algemeen.

Wetenswaardigheden
Van de stammen werden vroeger scheepsmasten gemaakt. Ook leverde de boom terpentijn, hars en teer. Het hout noemt men grenen, het is sterk, zacht en gemakkelijk te bewerken. Hout van de Fijnspar (kerstboom) noemt met vuren.