Cercidiphyllum japonicum – katsoeraboom

bijzondere kenmerken :
Bloemkleur : rood, rozewit
Bloeiperiode : mei – juni
Bloemen : de mannelijke bloemen zijn kleine bundels roodachtige meeldraden. De vrouwelijke bloemen zijn kleine, witroze bloempjes. Beiden zitten in de oksels van de bladknoppen.
Bladkleur : donkergroen
Wintergroen : neen
Bladeren : hartvormige bladeren van minder dan 10 cm die aan koraalrode bladsteel groeien. In het voorjaar rozerood, in de herfst oranje tot goudgeel. Hangen aan donkere, bruinzwarte takken.
Vruchten : lange, koffiebruine, platte peulen die aan de boom blijven van oktober tot ver in het voorjaar

Prioriteitenlijst BA1, Cercidyphyllum japonicum, meestal meerstammige
struik tot middelgrote boom, bij ons tot 15 m hoog met een breed-
piramidale kroon met licht gebogen overhangende takken. Bladeren
tegenoverstaand, rond tot hartvormig, gaafrandig, gelijkend op het blad
van Cercis siliquastrum, maar enigszins toegepsits. Jong blad is
purperbruin, later eerder blauwgroen, vooral aan de onderzijde.
Schitterende herfstverkleuring.
Naakte onaanzienlijke karmijnrode bloemen kort voor/tijdens de
bladontluiking in april/mei. Gevolgd door op peulen lijkende kleine
vruchten (tot 2cm).
Voor de bladval in de herfst is een duidelijk kruidige geur waarneembaar.
Karaktervolle tuin en parkboom.

Van Cercidiphyllum japonicum

standplaats en vereisten
Standplaats : zonnig halfschaduw
Vochtigheid : normaal,nat
Zuurtegraad : kalkrijk,neutraal
Zoutbestendig : neen
Winterhard : ja

onderhoud
verdraagt snoei zeer goed

bijzonderheden
de jonge boom is smal met takken in horizontale lagen; groeit breed uit tot 15 meter. Het voorjaarsloof kan door late vorst, droogte of schrale wind beschadigd worden. Kan geuren bij het uitlopen van het blad èn als het blad is afgevallen. Zeer mooie solitair.

Van Cercidiphyllum japonicum

Castanea sativa – tamme kastanje

Familie : Fagaceae
Geslacht : Castanea

Vegetatief : bladeren makkelijk verteerbaar; knoppen dik, spits eivomig; knoppen
staan op verheven sokkels; twijgen aan de top hoekig, knobbelig, door ribbels
die vanaf het bladlitteken over de twijg lopen; schors, vertoont soms spiraalsgewijze bastscheuren
Generatief : scherpstekelige bolster met eetbare noten,
Silhouet : vrijstaand een opvallende grote boom met brede kroon, eveneens
gebruikt als vulhout, rand en onderbeplanting in bossen; in bossen een lange rechte stam tot 36m

Van Castanea sativa winter

Kenmerken
– winter : tweerijig geplaatste knoppen, stam spiraalt omhoog
– standplaats : zonlicht halfschaduw, een diepgaand wortelgestel
– bodem : op droge tot matig vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke grond
– vochtigheid : vochthoudend, maar is ook goed bestand tegen tijdelijke droogte
– zuurtegraad : neutraal tot zwak zuur
– onderhoud :

Beschrijving
Afmeting: 15 tot 30 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Mei t/m juli.
Wortels: Een diepgaand wortelstelsel.
Stam: Een brede kroon. De schors van oudere bomen is bruingrijs met lengtegroeven.
Takken: De 0.5 cm grote knoppen zijn groenachtig bruin, eivormig en met 2 of 3 schubben.
Bladeren: De verspreidstaande, tot 25 cm lange bladeren zijn langwerpig, iets leerachtig, glanzend donkergroen, enkelvoudig en grof en scherp getand. Aan onderkant zijn ze eerst behaard, later worden ze kaal. De grootste breedte zit onder het midden.
Bloemen: De lange, aarvormige, geelgroene bloeiwijze groeit rechtop in de bladoksels. Vrouwelijke bloemen groeien aan de voet, meestal 3 aan 3 en mannelijke bloemen er boven. Ze worden tot 20 cm lang, hebben 6 bloembladen, die alleen bovenaan vrij zijn en 6 stijve, draadvormige stempels.
Vruchten: Met 1 tot 3 gladde, glanzende, eetbare noten (tamme kastanjes). Het omhulsel is een groene, langstekelige, openspringende bolster.

Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure grond.
Groeiplaatsen: Loofbossen, hellingbossen, binnenduinen en bosranden.

Verspreiding
Wereld: In het Middellandse-Zeegebied, het Zwarte-Zeegebied en in de Alpen. Sinds lang ingeburgerd in West- en Midden-Europa.

Nederland: Vrij zeldzaam, maar plaatselijk algemeen op de hogere gronden van Midden- en Zuid-Nederland en in Zuid-Limburg, zeldzaam in Drenthe en in de binnenduinen en zeer zeldzaam op de Waddeneilanden en in laagveen-, rivierklei- en zeekleigebieden.
België: Op een aantal plaatsen ingeburgerd in de Kempen, Vlaanderen en Brabant. Elders zeer zeldzaam.

Wetenswaardigheden
Tamme kastanjes zijn gepoft prima eetbaar. De Romeinen maakten er een soort pap (pollenta) van. Men droogde de kastanjes langzaam boven een open vuur, waarna ze werden gemalen en met melk gemengd. Kastanjehout wordt evenals eikenhout gebruikt voor lambrizeringen en balken.

Acer platanoïdes – Noorse esdoorn

Familie : Sapindaceae

Van Acer platanoides

Vegetatief : twijgen, glanzend, roodbruin; knoppen aanliggend, rood en stomp eivormig
Generatief : vleugels van de vruchten vrijwel horizontaal afstaand
Silhouet : brede kroon, schuin naar boven gerichte, lange hoofdtakken.
De plant wordt tot 30 m hoog. De schors is donkergrijs en niet afbladerend, maar is wel dikwijls overlangs gekerfd. De plant heeft bruine knoppen die kleiner zijn dan deze van de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). De bladeren ontstaan in april en hebben niet-gezaagde bladranden. De lobben lopen in fijne punten uit en de inkepingen zijn stomp. De bladsteel heeft melksap. De bloeiwijzen verschijnen het eerst. De vleugels van de vruchten staan ongeveer in elkaars verlengde en vormen een stompe hoek. Bij harde wind kunnen de vruchten tot 4 km ver worden weggeblazen en tot 1000 m hoog in de lucht opstijgen. Het bladverlies verloopt van boven naar onder.

Beschrijving
Afmeting : tot 30 meter.
Levensduur : overblijvend.
Bloeimaanden : april en mei.
Stam : de schors is lichtgrijs en glad of ondiep gericheld.
Takken : de boom is wijd vertakt.
Bladeren : de lichtgroene bladeren zijn 10 tot 15 cm breed, handlobbig met 5 tot 7 lang toegespitste, diep bochtig getande lobben. Van onderen zijn ze alleen in de nerfoksels behaard.
Bloemen : de bloemen groeien in brede, opgerichte, schermachtige pluimen. Ze zijn heldergeel, 7 tot 8 mm groot en verschijnen tegelijk met of kort voor de bladeren.
Vruchten : de vruchten hebben horizontaal afstaande vleugels of maken een stompe hoek met elkaar.

Biotoop
Bodem : zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op min of meer vochtige, voedselrijke grond.
Groeiplaatsen : bossen en heggen.

Bijzonderheden
Noorse esdoorn is zeer vorstbestendig. Hij is ook vrij goed bestand tegen rook en roet en wordt daarom veel in straten en parken in steden aangeplant. In tegenstelling tot bij een aantal sieresdoorns verliezen de bladeren hun kleur niet wanneer de grond kalk bevat. Het hout is uiterlijk niet van de Gewone esdoorn te onderscheiden en eveneens van goede kwaliteit.

Corylus colurna – boomhazelaar

Familie : Betulaceae
Geslacht : Corylus

Vegetatief : knoppen tweerijig geplaatst, meestal eirond, bruin; twijgen, behaard;
stam en takken, ruw kurkachtig, in kleine schubben afschilferend
Generatief : mannelijke bloemen naakt overwinterend; diep ingesneden verhout
vruchtomhulsel, met een groot aantal smalle, teruggebogen, behaarde slippen
Silhouet : gesloten kegelvormige symmetrische kroon, horizontaal afstaande
vertakking en rechte stam

Van Corylus colurna

Kenmerken

– zomer :
– winter : eironde knop, uitzicht van de vrucht
– standplaats : straatbeplanting, stedelijk gebied, stadsrand. Diep wortelgestel. Verdraagt gesloten wegdek, droogte, luchtverontreiniging. Redelijk windbestendig.
– standplaats : zonnig halfschaduw schaduw
– vochtigheid : droog,normaal
– zuurtegraad : kalkrijk,neutraal,zuur
– zoutbestendig : ja
– onderhoud : verdraagt snoei zeer goed

bijzondere kenmerken

– bloemkleur : geel
– bloeiperiode : feb – maart
– bloemen : katjesachtige bloemen
– bladkleur : groen
– wintergroen : neen
– bladeren : 7 tot 12 cm lang en hartvormig. De bladvoet is hartvormig, de nerven aan de onderzijde van de bladeren zijn licht behaard. Herfstkleur goudgeel.
– vruchten : rijpe vruchten zijn roodbruin en eetbaar

breed = veel ruimte nodig