Aesculus hippocastanum

Familie : Sapindaceae
Geslacht : Aesculus

Vegetatief : dikke twijgen, aan de top fijn behaard; knoppen donkerbruin, zeer groot en kleverig, éénkleurige schubben
Generatief : vruchten met stekels bezet, in grote aantallen voorkomend
Silhouet : een breedkronige boom, met later neerbuigende takken (20-30m)

Van Aesculus hippocastanum

Aesculus, ongeveer 15 soorten. Het zijn hoge bomen met grote, dichte
kronen. Slechts enkele zijn struikvormig. Allen met grote
egenoverstaande handvormig gedeelde bladeren. Vrijstaand vormen ze
een brede regelmatige kroon. Bloei in de lente met opstaande, tot 30 cm
ange, zeer sierlijke pluimen ‘kaarsen’. De vruchten zijn doosvruchten
bolsters), bestaande uit één tot twee zeer grote zaden.
Bomen geven zeer veel schaduw. Het best te gebruiken als solitair of in
groep, in grote plantsoenen, parken en brede lanen waar ze zich vrij
kunnen ontwikkelen. Als schaduwboom op pleinen. De laatste jaren wordt
Aesculus aangetast door de paardenkastanjemineermot en is er een
bloedingsziekte ontstaan. Enige terughoudendheid bij het gebruik van
Aesculus wordt aanbevolen.
Geschiedenis
Een boom die oorspronkelijk uit de Balkan komt (met name Turkije), door de Turken, Venetiaanse kooplieden of de kruisvaarders richting West-Europa, waar hij vanaf de 18de eeuw overal verspreidt raakte omdat hij vanwege zijn grote sierwaarde veel werd aangeplant. Zigeuners gaven de vruchten veel aan hun paarden als geneesmiddel, o.a. bij klachten op de borst en bij drachtige merries. Gedurende de Eerste Wereldoorlog werden Paardekastanjes gemalen en als veevoer gebruikt om graan te besparen voor menselijke consumptie. Ook voor mensen werd de boom toegepast bij koorts en malaria, en de gemalen vruchten werden gebruikt om op te snuiven om meer neusslijm te produceren. Ook werd van de witte kern van de vrucht een waspoeder gemaakt. Ook werd het als bestrijdingsmiddel tegen houtworm gebruikt. En natuurlijk de bekende kastanje in je zak tegen reuma en jicht.

Botanie
Een boom die tussen de 10 en de 30 meter hoog kan worden, met een stam die kort lijkt vergeleken met de kruin. Vlak bij de kruin, maakt de boom vaak een draai. De hoofdtakken zijn meestal horizontaal gericht, de jonge takken verticaal. De bast is bruin, later verkleurt deze naar grijs. De jonge bladeren zijn donzig, ze zijn tegenover elkaar staand met een lange stijve steel, het blad is samengesteld uit vijf tot zeven ovaalvormige bladeren die samen een hand vormen, het blad is ingezaagd en vanuit de hoofdnerf evenwijdig generfd. in mei en juni bloeit de boom met grote witte of roze bloemtrossen die rechtop staan. De bloemen hebben gelige vlekken, nadat de bloemen zijn bestoven verkleuren deze vlekken naar rood, ze bloemtrossen hebben een lekkere geur. in het najaar verschijnen de bolsters met daarin de mooie roodbruine vruchten Paardekastanjes kunnen ongeveer 250 jaar worden.

Acer pseudoplatanus – gewone esdoorn

Familie : Sapindaceae
Geslacht : Acer

Van Acer pseudoplatanus

Vegetatief : gladde, twijgen olijfgroen met afstaande groene knoppen,
eindknop groter dan de zijknoppen, schubben bruin gerand.
Generatief : vruchtvleugels vormen een stompe hoek
Silhouet : als onderbeplanting gebruikt; of als boom, dan een regelmatige
breed-piramidale kroon

Beschrijving
Afmeting : tot 30 meter.
Levensduur : overblijvend.
Bloeimaanden : april t/m juni.
Stam : de dunne schors is grijs. Eerst is hij glad, later gaat de schors schilferen.
Takken : de boom is wijd vertakt. Jonge takken zijn kaal. De groene bladknoppen zijn dik en eivormig.
Bladeren : de bladeren zijn van boven donkergroen en aan de onderkant blauwachtig groen of roodachtig. Ze worden 10 tot 25 cm lang. In de nerfoksels zitten haarbosjes, maar verder zijn ze kaal. De bladeren zijn handlobbig met 3, 5 of 7 toegespitste, grof getande lobben. De bladsteel.is roodachtig.
Bloemen : de bloemen vormen smalle, hangende, 5 tot 15 cm lange pluimen. De bloemen zijn geelgroen en 6 tot 7 mm lang. Elke bloem heeft 5 vrijstaande kelk- en kroonbladen. De bloemen verschijnen tegelijk of later dan de bladeren.
Vruchten : de vleugels van de vruchthelften maken een rechte of scherpe hoek. De vruchten zijn kaal.

Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende grond (vaak op zand of stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Loofbossen, kreupelhout, hakhout, heggen, waterkanten, ravijnen, hellingen, duinhellingen, binnenduinen, in het grind van spoordijken en op spoorwegterreinen.

Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en de gebergten in Zuid- en Midden-Europa. Sinds de latere middeleeuwen ook in Noordwest-Europa. Op een aantal plaatsen ingeburgerd, o.a. in Nieuw Zeeland en Noord-Amerika.

Nederland: Algemeen.
België: Algemeen.

Bijzonderheden
Een boom die wat de bladvorm betreft veel op de esdoorn lijkt is de Plataan (Platanus x hybrida). Dit is een kruising van de Westerse plataan (Platanus occidentalis), die in Noord-Amerika voorkomt en de Oosterse plataan (Platanus orientalis) uit Zuidwest-Azië en Zuidoost-Europa. Een kenmerk van de boom is dat de schors in grote plakaten afschilfert van de stam. Deze boom wordt veel langs wegen aangeplant, maar komt niet in het wild voor in België en Nederland.

Acer platanoïdes – Noorse esdoorn

Familie : Sapindaceae

Van Acer platanoides

Vegetatief : twijgen, glanzend, roodbruin; knoppen aanliggend, rood en stomp eivormig
Generatief : vleugels van de vruchten vrijwel horizontaal afstaand
Silhouet : brede kroon, schuin naar boven gerichte, lange hoofdtakken.
De plant wordt tot 30 m hoog. De schors is donkergrijs en niet afbladerend, maar is wel dikwijls overlangs gekerfd. De plant heeft bruine knoppen die kleiner zijn dan deze van de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). De bladeren ontstaan in april en hebben niet-gezaagde bladranden. De lobben lopen in fijne punten uit en de inkepingen zijn stomp. De bladsteel heeft melksap. De bloeiwijzen verschijnen het eerst. De vleugels van de vruchten staan ongeveer in elkaars verlengde en vormen een stompe hoek. Bij harde wind kunnen de vruchten tot 4 km ver worden weggeblazen en tot 1000 m hoog in de lucht opstijgen. Het bladverlies verloopt van boven naar onder.

Beschrijving
Afmeting : tot 30 meter.
Levensduur : overblijvend.
Bloeimaanden : april en mei.
Stam : de schors is lichtgrijs en glad of ondiep gericheld.
Takken : de boom is wijd vertakt.
Bladeren : de lichtgroene bladeren zijn 10 tot 15 cm breed, handlobbig met 5 tot 7 lang toegespitste, diep bochtig getande lobben. Van onderen zijn ze alleen in de nerfoksels behaard.
Bloemen : de bloemen groeien in brede, opgerichte, schermachtige pluimen. Ze zijn heldergeel, 7 tot 8 mm groot en verschijnen tegelijk met of kort voor de bladeren.
Vruchten : de vruchten hebben horizontaal afstaande vleugels of maken een stompe hoek met elkaar.

Biotoop
Bodem : zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op min of meer vochtige, voedselrijke grond.
Groeiplaatsen : bossen en heggen.

Bijzonderheden
Noorse esdoorn is zeer vorstbestendig. Hij is ook vrij goed bestand tegen rook en roet en wordt daarom veel in straten en parken in steden aangeplant. In tegenstelling tot bij een aantal sieresdoorns verliezen de bladeren hun kleur niet wanneer de grond kalk bevat. Het hout is uiterlijk niet van de Gewone esdoorn te onderscheiden en eveneens van goede kwaliteit.

Corylus colurna – boomhazelaar

Familie : Betulaceae
Geslacht : Corylus

Vegetatief : knoppen tweerijig geplaatst, meestal eirond, bruin; twijgen, behaard;
stam en takken, ruw kurkachtig, in kleine schubben afschilferend
Generatief : mannelijke bloemen naakt overwinterend; diep ingesneden verhout
vruchtomhulsel, met een groot aantal smalle, teruggebogen, behaarde slippen
Silhouet : gesloten kegelvormige symmetrische kroon, horizontaal afstaande
vertakking en rechte stam

Van Corylus colurna

Kenmerken

– zomer :
– winter : eironde knop, uitzicht van de vrucht
– standplaats : straatbeplanting, stedelijk gebied, stadsrand. Diep wortelgestel. Verdraagt gesloten wegdek, droogte, luchtverontreiniging. Redelijk windbestendig.
– standplaats : zonnig halfschaduw schaduw
– vochtigheid : droog,normaal
– zuurtegraad : kalkrijk,neutraal,zuur
– zoutbestendig : ja
– onderhoud : verdraagt snoei zeer goed

bijzondere kenmerken

– bloemkleur : geel
– bloeiperiode : feb – maart
– bloemen : katjesachtige bloemen
– bladkleur : groen
– wintergroen : neen
– bladeren : 7 tot 12 cm lang en hartvormig. De bladvoet is hartvormig, de nerven aan de onderzijde van de bladeren zijn licht behaard. Herfstkleur goudgeel.
– vruchten : rijpe vruchten zijn roodbruin en eetbaar

breed = veel ruimte nodig