Van sorbus aria majestica |
Categorie: vogels
Sorbus intermedia – Zweedse meelbes
Gebruik : solitair
Habitat : straatbeplanting, parkbeplanting. Stadsrand, woon- en werkomgeving. Geschikt voor kustgebieden, industriegebieden. Goed bestand tegen verharding en (zee)wind.
Hoogte : 600 – 800 cm
bijzondere kenmerken :
Bloemkleur : roomwit
Bloeiperiode : mei –
Bloemen : eindstandige trossen
Bladkleur : donkergroen
Wintergroen : neen
Bladeren : gekarteld, met duidelijke nerven
Vruchten : grote oranjerode bessen van september tot november. Lekkernij voor de vogels.
standplaats en vereisten
Standplaats : zonnig halfschaduw
Vochtigheid : droog,normaal
Zuurtegraad : kalkrijk,neutraal,zuur
Zoutbestendig : matig
Winterhard : ja
Van Sorbus intermedia |
Sorbus aria – meelbes
Sorbus aucuparia – wilde lijsterbes
Familie : Rosaceae
Geslacht : Sorbus
Vegetatief : schors, vrij gladde, grijze schors; twijgen eerst wit behaard, later
kaal en grijsbruin; niet kleverige knoppen met donkere paarsbruine
knopschubben, die bijna steeds grijsbehaard zijn
Generatief : vlezige appelvormige vruchten, erwtgrote rode vruchten
15 mm, aangeplant om de oranje tot rode vruchten
Silhouet (4-12m) : vaak meerstammige, variabel gevormde boom met een schuin
opgaande zijvertakking, voornamelijk toegepast in landschappelijke beplantingen
Van Sorbus aucuparia |
Beschrijving
Afmeting: 3 tot 20 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Mei en juni.
Wortels: Vanuit de horizontale hoofdwortels groeien veel dunne zijwortels loodrecht omlaag.
Stam: Schors glad en grijs.
Takken: Jonge takken dicht zacht behaard, knoppen behaard, niet kleverig.
Bladeren: Geveerd, 5 tot 17 deelblaadjes, langwerpig, aan beide zijden tot aan de voet gezaagd, iets grijsachtig door een dichte zachte beharing.
Bloemen: Rijkbloemige tuilen, wit, 0,8 tot 1 cm, 5 kroonbladen, stamper met 2 tot 4 stijlen.
Vruchten: Bessen rond, oranje tot vuurrood, 0,6 tot 1 cm.
Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vrij droge tot vrij natte, meestal voedselarme tot matig voedselrijke, zure tot zwak zure grond.
Groeiplaatsen: Bossen, houtwallen, hagen, heide, beekwanden, greppelwanden, oud trilveen en veenmosrietland.
Verspreiding
Wereld: Europa, behalve in een groot deel van het Middellandse-Zeegebied. Ook in de Kaukasus.
Nederland: Algemeen, zeldzaam in Zeeland en het noordelijk zeekleigebied.
België: Algemeen, vrij zeldzaam in Vlaanderen en Brabant, zeer zeldzaam in het kustgebied.